‘Ik word hier niet als nummertje gezien’
Maarliefst 21 jaar is ze bij Monkey Donky in dienst en daarmee hoort ze naar eigen zeggen inmiddels bij het interieur. Pedagogisch medewerker Gea de Jonge draagt haar personeelsnummer 1 met trots, maar een nummertje voelt ze zich bij Monkey Donky nooit. ‘Het contact met het management is zo laagdrempelig dat je met alles bij ze kunt komen. Dat was vroeger al zo en dat is nog steeds zo.’
Gezien worden
‘Toen ik in 2001 bij Monkey Donky begon, op de locatie Oosterhamrikkade, waren we nog heel klein. Er was een binnenspeeltuin, waar ook kinderfeestjes gehouden werden, en we hadden één opvanggroep. Twee collega's had ik daar, dat was het. Inmiddels zijn we natuurlijk als organisatie een stuk groter gegroeid, maar alle locaties samen zijn wel echt één geheel. En als Herman, de directeur, hier binnen komt lopen, weet iedereen wie hij is en dat je altijd bij hem terechtkunt. Dat vind ik heel belangrijk bij een werkgever, dat je gezien wordt en weet dat je baas er voor je staat.’
Passie voor kinderen
‘Vanaf de eerste dag dat ik hier werkte voelde het als thuis. Dat is ook ons motto; de opvang moet voelen als thuis, waar een kind gewoon lekker kind kan zijn. En ja, dan zit ik dus soms heerlijk een half uurtje te knuffelen met een kind op schoot. Want dat is wat je thuis ook doet met je kind. Ik heb nog elke dag plezier in mijn werk, het is echt mijn passie. Dat komt door de kinderen, maar ook door de collega's. Een leuk team zorgt voor de eerste aanzet in het plezier, en dan volgt de rest.’
Leren en meebewegen
‘Ik ben niet iemand die makkelijk vanuit een boek leert, maar dan trek ik me heel erg op aan mijn collega's. Aan Denise bijvoorbeeld, die weer naar school is gegaan en nieuwe kennis opdoet die ze op de werkvloer met ons deelt. Andersom trekken jonge collega's zich op aan mijn ervaring. Die wisselwerking met elkaar vind ik heel leuk, je leert dan van elkaar en dat zorgt ervoor dat je als team echt samen aan hetzelfde doel werkt: er zijn voor de kinderen. Je collega's hoeven niet je vriendinnen te zijn, maar je moet wel met elkaar door één deur kunnen, met elkaar meebewegen. Van elkaar weten waar je voor staat. En als je dat weet, ben je een team.’
Nog lang niet met pensioen
‘Over een jaar of zeven mag ik met pensioen. Ik denk er aan de ene kant met lood in de schoenen aan, want ik heb nog zoveel plezier in m'n werk. Aan de andere kant wordt het werken in de opvang fysiek wel zwaarder nu ik ouder word. Als ik met pensioen ga, zou ik graag nog met één been in het bedrijf willen blijven. Als voorleesoma ofzo. Dan moet ik maar eens met Herman om tafel om daar iets op te verzinnen, want ik wil het nog voor geen goud missen.’