Sportdocent in de kinderopvang
‘Ga je die bal koppen, Thomas?’ roept een jongetje van een jaar of zes naar pedagogisch medewerker Thomas. Thomas schudt lachend zijn hoofd. ‘Een andere keer gaan we weer voetballen.’
Even de overtollige energie eruit rennen. Of juist weer alert worden na een dag leren op school. Als Thomas op de buitenschoolse opvang (BSO) is, staat er altijd wel spel en beweging op het programma. ‘Dan geef ik een opdracht en moeten ze dat supersnel uitvoeren bijvoorbeeld. Of we houden een papierpropjes-gevecht. Zodat we op een heel speelse manier toch lekker bewegen.’
Contact met ieder kind
Energizers, noemt hij dat. Met een korte energie-uitbarsting de kinderen weer enthousiast en bij de les krijgen. Tijdens zijn opleiding tot sportdocent was het geen moment in hem opgekomen om bij een kinderopvang te gaan werken. Maar: ‘In het reguliere onderwijs geef je elke werkdag en elk uur een andere klas sportles. Je bouwt niet echt een band op met de kinderen. Nu combineer ik het leukste van beide werelden. Ik ken alle kinderen in mijn groep en zorg ervoor dat ze een leuke dag hebben. Dat doe ik onder meer door sport en spel.’
Samen erop uit
Niet alleen de buitentuin van de BSO aan de Paterswoldseweg biedt ruimte aan activiteiten. Ook het naastgelegen Stadspark ligt aan Thomas' voeten. Samen met zijn groep trekt de sportieve pedagogische medewerker er vaak op uit met een bolderkar vol speelmateriaal. ‘Frisbees door hoepels gooien, een estafetteparcours uitzetten of kegelen: kinderen komen zelf ook vaak met ideeën voor activiteiten. Dan moedig ik ze daarbij aan.’
Geen dag hetzelfde
‘Als ik iets heb geleerd bij de kinderopvang, dan is het wel dat kinderen ontzettend verschillend zijn. Je leert ze allemaal zo goed kennen: de een kijkt bij nieuwe activiteiten eerst liever toe, een ander komt gelijk naar je toe voor een high five of een boks. Weer anderen maken overal een toneelstukje van. Ik vind elke dag leuk: er zit geen dag bij waarop ik met tegenzin naar mijn werk ga.’
Verder leren
Een half jaar werkt Thomas nu op de BSO. Hij is bevoegd kinderen te begeleiden van 4 tot 12 jaar, en kijkt nu naar de mogelijkheid om ook op de jongere groepen mee te werken. ‘Daarmee ben ik breder inzetbaar en kan ik andere collega’s beter ondersteunen. Mijn leidinggevende kijkt nu naar de mogelijkheid om mij deze opleiding aan te bieden.’